Vandaag is donderdag 11 januari.
Ik wil elke dag de keuze maken.
De keuze maken om liefdevol de angst en paniek de deur te wijzen.
“Er is geen plaats meer voor jou”.
“Ik kan je simpelweg niet meer houden”.
Het loslaten van het piekeren….
Het loslaten van het nadenken over wat er fout kan gaan of wat ik al fout heb gedaan…
Dit is het engste wat ik ooit heb gedaan.
Het is veel enger om te kiezen voor het he-le-maal loslaten van mijn angstige gedachten dan dat het is om er mee te leven.
En het is héél eng om er mee te leven.
Om ze te voelen in al haar intensiteit.
Maar dit moet ik loslaten.
Alleen ik kan dit loslaten.
Niemand gaat het voor mij wegnemen.
Niemand kan het voor mij wegnemen.
Ik wil niet meer dat iemand het voor mij doet.
Wat betekent dat nu?
Het lijkt alsof ik hand in hand heb gelopen met de angstige gedachten.
Een gewoonte om al-tijd op mijn hoede te zijn, alert, klaar om te vluchten voor een groot gevaar.
Ik heb ermee geleefd.
Er doorheen gevochten.
Alles vastgehouden (voornamelijk werk) en niet weggevlucht (werk opgegeven en gestopt).
Maar elke dag liep ik hand in hand met die angst.
Ik hield ‘m vast als een dierbaar gezel op mijn reis.
Als ik naar de supermarkt liep, nam ik ‘m mee aan de hand.
Ik kan iemand anders wel een hand geven, maar ik ben eigenlijk meer bezig met de angst die ik ook meeneem.
Hij is onzichtbaar.
Maar vraagt al mijn aandacht.
Ik wil leren om die gewoonte te breken.
Het is mijn comfort zone om hand in hand met die angst te wandelen.
Om die hand niet los te laten.
Hoe raar het ook klinkt.
En hoe graag ik ook “vrij” wil zijn.
Het ging me makkelijker af om mét die angst te leven, dan om hem los te laten.
Waarom?
Dat vergt namelijk vertrouwen.
Een leap of faith.
Als namelijk die angstige gedachten niet waar zijn….
Waar kan ik dan aan vasthouden?
Waar mag ik dan op steunen?
Wie mag ik dan meenemen aan mijn hand?
Welke gedachten mogen mij vergezellen?
Wat denk je van:
“Ik ben goed genoeg zoals ik nu ben.”
“Ik mag ook fouten maken en op mijn bek gaan. Zelfs voor het zicht van anderen.”
“Het is makkelijker opstaan en weer verder gaan mocht je vallen, dan het is om uren-,weken- of jarenlang te staan wachten en piekeren om een beslissing te maken.”
“Je bent creatief en vindingrijk.”
“Je bent in staat om mooie, nieuwe dingen te verzinnen, bouwen en vorm te geven.”
“Diezelfde creativiteit kun je gebruiken als het eens fout gaat. Als je eens een fout maakt. Je bent ook daar vindingrijk genoeg om een oplossing of alternatief te vinden.
“Je hebt altijd mensen die van je houden. Wat je ook doet, welke flaters je ook slaat, in je leven of in je werk. Die angst om volledig voor schut te staan zal nooit werkelijkheid worden.”
—
Laten we experimenteren met deze nieuwe gedachten over mijzelf, al is het maar voor de grap.
Ik heb bovenstaande al eens vaker gezegd maar keer op keer (jaar na jaar) bleef ik teruggrijpen naar die hand van mijn angst compaan en durfde ik hem niet los te laten.
Ik heb geprobeerd naar de bron te gaan en te zien “waarom grijp ik steeds terug naar die angst?”.
“Waar komt mijn gewoonte vandaan om in stress situaties de angst vast te grijpen en me te laten beheersen?”
Ik heb interessante wegen bewandeld, ik ben naar mijn jeugd gaan kijken, mijn opvoeding, mijn vader en mijn moeder en zelfs hun vaders en moeders.
Er is vanalles te zeggen en te speculeren, over hoe ik me inferieur en onzeker ben gaan voelen als kind en dit doorwerkt in mijn volwassen leven, maar zekerheid van een duidelijke oorzaak ga ik niet hebben.
Ik hoopte dat ik een duidelijke oorzaak zou vinden in die zoektocht waardoor ik ook een duidelijke bron kon aanwijzen waar mijn helingsproces vandaan zou moeten komen.
Het liefst direct van mijn vader of mijn moeder.
Maar het is misschien (of zeker) wel in mijn voordeel dat hier niet een groot, magnifiek antwoord op is gekomen.
Het kan een beetje teleurstellend klinken, maar het is tegelijkertijd bevrijdend om op te merken dat ik het niet buiten mezelf kan en wil zoeken.
Opnieuw een cliché, maar oh zo doorleefd.
En in plaats van er snel overheen te stappen, te doen of ik nooit iets met die angst te maken had en het een “one-time thing” was, heb ik het nu aandachtig bestudeerd.
Van alle kanten bekeken.
Maar nu is het tijd om die hand los te laten.
En dat vergt meer moed dan ik ooit nodig heb gehad.
Dat vergt meer moed dan ik nodig heb gehad om mijn angsten onder ogen te zien.
Dit is het werk geweest voor vele jaren: “Mijn angsten onder ogen zien”
OK, ik voel de angst. Ze is alles overwoekerend. Ze rooft mijn hele dag, week, maand en alle belevingen en relaties om me heen.
Ik zou er doorheen gaan om te zien “dat het achteraf wel meeviel”.
Ik zou naar mijn werk blijven gaan. Telefoons opnemen. Meetings blijven doen. Trainingen blijven geven. En merken dat ik niet uitgelachen werd, niet uitgespuugd werd etc.
Doodsbang was ik.
Of ben ik misschien nog wel voor een tijdje.
Maar ik ging erdoorheen.
Volledig onbewust van tijd, dagen, welk seizoen het was, welk team er speelde, wie z’n verjaardag het was, welke ramp er gebeurd was in de wereld.
Ja, zelfs onbewust, of onbekwaam om iets te voelen voor een ander.
Met al die angst, zette ik toch de stappen richting die ingebeelde hel die onvermijdelijk zou komen.
En dan zou het beter moeten worden.
Want die “hel” die ik inbeelde bleef inderdaad altijd uit.
Die positieve ervaringen zouden moeten werken om in de toekomst minder bang te zijn.
Omdat ik een reëeler beeld kan maken van wat ik kan verwachten.
Dat lijkt niet gelukt te zijn.
De angst is altijd nog even sterk geweest.
Ze is nog even overwoekerend.
En ze rooft nog altijd alle capaciteit op die momenten om te leven en me te verbinden met anderen.
Daarom kies ik er nu voor, na een lange interne reis om simpelweg te zeggen:
“Ik laat je los”.
“Er is geen plaats meer voor je”.
Een liefdevol afscheid.
Wat ik misschien wel elke dag bewust moet doen.
Toch zeker in het begin.
Ik weet niet hoe dit gaat lopen.
Maar ik kan alleen maar dit doen.
Ik wil terug leven.
En van wat ik hoor mag ik die angst ook echt loslaten.
Die angst dat ik een mislukkeling ben, dat ik anderen pijn of (financieel) leed aan ga doen met alles wat ik doe.
En zelfs als ik een van die bovenstaande dingen zou doen, wil ik leren om mezelf niet uit te spugen.
Omdat ik alles met de beste bedoelingen doe.
Na al deze jaren kan ik dat echt zeggen: ik wil alleen maar leven.
Een leven van liefde en vrijheid.
Amen